Met een harde plons viel Sam in het water van het buitenaquarium van Atlantis, waarna hij wel drie, vier meter doorschoot de diepte in. Tussen alle bellen en bubbels door probeerde hij om zich heen te kijken en te filmen. Vlak naast hem zwom een mooie rood-witte vis, en verderop een groepje gele vissen. Toen voelde hij dat zijn zuurstof bijna op was, en begon hij snel terug naar boven te zwemmen. Even later stak hij zijn hoofd omhoog en kon hij weer ademhalen. Langs de rand van de waterbak fonkelden kleine lampjes, en zo wist hij precies welke kant hij op moest. Voorzichtig begon hij met zijn armen en voeten te bewegen terwijl hij met zijn camera nog wat shots maakte. Hij hoopte maar dat Nathalie zijn sprong goed gefi lmd had, want als dat zo was, dan had hij gegarandeerd een nieuwe vloghit te pakken. Misschien zou hij wel het nieuws halen. Hij kon wel weer een succesje gebruiken. Zijn laatste vlogs waren heus wel goed bekeken, steeds zo tussen de twintig- en dertigduizend views, maar het was wel weer eens tijd voor een grote klapper. Honderdduizend views of meer, dat was het doel, en deze schommelschipsalto kon dat aantal weleens gaan halen.
Sam legde zijn camera op het gras. Daarna hees hij zichzelf op de rand van de bak, ging zitten en liet zijn benen nog even in het water bungelen. Hij keek nog eens goed naar het aquarium onder hem. Hij had Sinbad de Reuzenhaai gelukkig niet gezien, en ook Killer Henkie de mensenetende octopus was hij niet tegen gekomen, maar waarschijnlijk was die laatste ook gewoon een verzinsel. Een reclamestunt om mensen naar het park te lokken. Een mensenetende octopus. Hoe kwamen ze erbij? Sam wist niet eens wat hij zich erbij voor moest stellen, en hij nam zich voor om morgen even te kijken wat internet erover zei. Want als daar niets te vinden was, een filmpje of plaatje, dan was het verzonnen. Want internet wist alles. Dat was algemeen bekend.
Toen trok hij zijn benen uit het water, draaide een halve slag en stond op.
Vanachter de ruit die het binnengedeelte van het buitengedeelte scheidde, had Killer Henkie verlekkerd naar die twee sappige jongensbenen gegluurd. Hoe zouden ze smaken? Nog nooit in zijn leven had hij echt mensenvlees gegeten. Van zijn verzorgers kreeg hij alleen maar gemalen kippen, en af en toe een verse kikker, maar nee hoor, absoluut geen mens! En nu was er ineens eentje verschenen, midden in de nacht!
Teleurgesteld maakte Henkie zich los van de ruit waarachter hij zich bevond. Langzaam zwom hij weg, de diepte van het binnenaquarium in, dromend over een hapje echt mensenvlees.
Maar wat Henkie niet wist, was dat zijn droom over niet heel lange tijd al werkelijkheid zou worden. Over een uur en tien minuten, om precies te zijn. En dan zou er niet één mens binnen grijpafstand zijn, maar wel zes.